- mezelf
- {{mezelf}}{{/term}}I 〈persoonlijk voornaamwoord〉1 [als object]moi-même♦voorbeelden:1 ik kan mezelf wel slaan • je pourrais me battre (moi-même)namens mezelf • en mon nom proprebehalve mezelf • à part moiwat mezelf betreft • pour ma partII 〈wederkerend voornaamwoord〉1 [als wederkerend voornaamwoord]me♦voorbeelden:1 ik vermaak mezelf wel • je m'amuse bien
Deens-Russisch woordenboek. 2015.